Recensie – Popunie

Laten we eerlijk zijn, de recensie van de POPUNIE begint lekker, maar snijdt ons verder naar beneden licht in de ziel. Wij kunnen het met sommige zaken wat minder eens zijn, maar wij vroegen om hun mening en hebben die gekregen.

Check de originele recensie bij de Popunie.

———————————-

Ineens lag daar de titelloze debuut-ep van het bandje De b-kant in mijn schap. Een nieuwe loot aan de Nederpopboom.

De ep start met Ik Kom Eraan en zet gelijk de toon. “Kijk! Dit is nog eens een binnenkomer”, mompel ik in mezelf.

Het doet mij denken aan de cabarock van Neerlands Hoop met mijn held Bram Vermeulen in de gelederen, maar ook aan Spinvis en veel van die protestbandjes uit de begin jaren tachtig.

Toen was Nederland nog verzuild en werd er met de regelmaat van de klok gedemonstreerd. Een band als De b-kant had zeker niet misstaan in die tijd.

Wat niet wil zeggen dat de muziek van dit collectief gedateerd klinkt. Nee, integendeel. Het klinkt dan wel cabaratesk, maar door de aanstekelijke elektronische beat en de herkenbare teksten is De b-kant een band van nu.

De teksten zijn heel organisch en lijken spontaan aan het papier toevertrouwd. Zanger en spil van de band, Bas Bonthuis zingt de teksten zonder opsmuk en enorm lekker vet aangezet, alsof hij wat op z’n lever had.

De elektronische beats vormen de andere meerwaarde van de band. Dit dreunt lekker door de liedjes heen en laat de andere instrumenten in de schaduw staan. Hierdoor klinken de arrangementen verfrissend kil en doet het geheel ‘eighties’ aan. Zeker het nummer Had Ik Maar, heeft zo’n typisch jaren tachtig afgemeten doemdenk-beat. Als de zang dan repeterend “Had ik maar, had ik maar niet” doordendert roept dit beelden op van zo’n 35 jaar geleden

Echter treed halverwege de ep wel een beetje verveling op. Het wordt namelijk wat voorspelbaar waardoor mijn aandacht verslapt. Dit is vooral te wijten aan de eenvormigheid van de composities die ook net iets te veel blijven hangen in de schaduw van de voorbeelden van De b-kant.

Zo klinken de nummers Zee en Veilig wel heel nadrukkelijk als Spinvis. De zang van Bas Bonthuis begint bovendien te veel naar André Manuel toe te schuiven. De frontman van Krang en cabaretier heeft echter iets wat ontbreekt bij Bonthuis. Manuel klinkt authentiek als een Tom Waits uit de Twentse klei. Bij Bonthuis zijn er net te veel maniertjes. Ik zou zeggen laat je voorbeelden los en volg je eigen pad. Dat is spannend en eng, maar kwetsbaarheid brengt vaak het beste naar boven.

Met deze eersteling raakt De b-kant het stempel als Spinvis look-a-like dus nog niet kwijt. Jammer, want de teksten zitten best vernuftig in elkaar en muzikaal is er eigenlijk ook niet zo veel mis. De band zoekt nog naar een eigen gezicht en dit gaat de band zeker vinden. Probeer het eens met meer maatschappijkritische teksten en door de focus op het theater te leggen. Dit geeft nieuw inzicht, wedden? Om te eindigen met de eigen woorden van de band; “Eigenlijk valt het allemaal best mee”.

Volg de band op Facebook en kijk eens op hun site.

Cok Jouvenaar